Cavia’s zijn groepsdieren. Het is dan ook aan te raden om de dieren in groepsverband te huisvesten.

De huisvesting behoort ruim te zijn zodat de cavia’s goed kunnen bewegen. Speel- en knaagattributen in het verblijf verbeteren het welzijn van de cavia. De beste combinatie om bij elkaar te zetten, is een gesteriliseerd zeugje met een gecastreerde beer.
Als de dieren in een buitenverblijf zitten is een goed nachthok van belang. Zo worden ze beschermd tegen tocht en regen.
 

Controleer regelmatig of alles ok is. Hoe ziet de vacht er uit. Zitten er kale plekken of korsten? Cavia’s met een lange vacht moeten ook regelmatig geborsteld worden.
Hoe zien de voetzooltjes er uit? Hier kunnen ontstekingen voorkomen. Controleer ook regelmatig de nageltjes. De nagels moeten meestal regelmatig geknipt worden. 
De tanden van een cavia groeien het hele leven door. Bij een verkeerde stand van de tanden of de kaken kunnen de snijtanden te lang worden. Omdat de snijtanden normaal al lang zijn, is het goed om regelmatig even te kijken zodat je een normaalbeeld hebt van hoe de tanden er uit horen te zien. Op die manier herken je dan ook wanneer ze te lang worden.
 

Cavia’s kunnen geen vitamine C aanmaken. Dit moeten ze dus via de voeding binnen krijgen. Het caviavoer is voorzien van vitamine C. Vitamine C is echter beperkt houdbaar. Het is daarom aan te raden om niet te grote zakken voer te kopen en de zak in een afgesloten ton waar geen licht bij kan op te bergen. Het voer in kleine porties aanbieden zodat het niet te lang staat, zorgt voor het behoud van de kwaliteit van het voer.
Wij raden aan om een geperste brok te geven waar alle benodigde voedingsstoffen in zitten. Als  gemengd voer wordt gegeven, is het aan te raden om een vitamine C tablet als extra bron aan te bieden. Bijvoorbeeld in paprika zit vitamine C. De aanbevolen hoeveelheid voer komt neer op zo’n 10-20 gram brok per kg lichaamsgewicht. Verder is het van belang om voldoende hooi in het hok te hebben. Dat is goed voor het gebit en de darmen. Let op met voerwisselingen; de darmen van cavia’s zijn daar erg gevoelig voor. Teveel groente en fruit kan diarree geven.
 

Gebit
Het gebit van cavia’s is een blijvend groeiend gebit. De stand van de kaken ten opzichte van elkaar is bij cavia’s van belang. Wanneer hier een afwijking in zit, zien we dat er gebitsproblemen kunnen ontstaan.

Regelmatig zien we haken op de kiezen zitten waardoor eten erg moeilijk wordt en pijn doet. Cavia’s maken dan vaak proppen van het eten en knoeien meer. Soms gaan ze ter compensatie meer drinken. De problemen met de snijtanden zien we bij de cavia’s minder vaak. Als er haken op de kiezen zitten moet het gebit geslepen worden.
Parasieten
Er komen verschillende parasieten voor bij de cavia. Het meest zien we vachtmijten, huidmijten, luizen en schimmel. De klachten bestaan dan vaak uit jeuk en een kale schilferende huid. 
Een schimmel geeft bij de cavia’s vaak geen klachten. Daar zien we vaak dat de eigenaar huidklachten heeft. 
 

Beertjes zijn vanaf 3-4 maanden geslachtsrijp. We adviseren dan ook om de beertjes vanaf 3 maanden te castreren. Er is geen klinische reden om te castreren. Het castreren heeft als doel het voorkomen van nakomelingen. Bij de castratie worden beide testikels verwijderd. De beertjes herstellen hier snel van.  Cavia’s hoeven niet te vasten voor een narcose. De ochtend van operatie is het wel aan te raden om het voer te verwijderen. Op deze manier is de bek vrij van voer ten tijde van de operatie.

Cavia’s zijn vanaf 3-4 maanden al geslachtsrijp. Sterilisatie is dan ook aan te raden vanaf 3 maanden. Er zijn zelfs uitzonderingen waarbij ze al vanaf 5 weken geslachtsrijp zijn. Naast het voorkomen van dracht is het ook verstandig om te steriliseren als er alleen zeugjes in de groep zitten. Bij een groot deel van de zeugjes zien we op latere leeftijd cysten ontstaan op de eierstokken. Deze kunnen erg groot worden. Daarnaast zien we vaak dat de vacht daardoor ook slechter wordt.
Bij een sterilisatie van een zeugje worden de eierstokken verwijderd. Dat kan op twee manieren: via de flank of via de buik. Dat is afhankelijk van het feit of we de baarmoeder ook moeten verwijderen. De operatie is een relatief eenvoudige ingreep. De zeugjes herstellen hier over het algemeen goed van.
Cavia’s hoeven niet te vasten voor een narcose. De ochtend van operatie is het wel aan te raden om het voer te verwijderen. Op deze manier is de bek vrij van voer ten tijde van de operatie.